Skip to main content

Dak- en thuisloze LHBTI-jongeren zijn een dubbel kwetsbare doelgroep. Maar we weten maar weinig over hun specifieke ervaringen, problemen en behoeften. Ook is niet bekend hoe de ondersteuning voor deze doelgroep er idealiter uitziet. In opdracht van de gemeente Amsterdam en het Bestuurlijk Overleg Zwerfjongeren deed Movisie het onderzoek ‘Out on the Streets’. Amsterdamse jongeren en de professionals die direct met hen werken werden geïnterviewd door jonge onderzoekers die in het verleden dezelfde ervaringen hadden. Het onderzoeksrapport werd op 19 juli gepresenteerd aan de gemeente Amsterdam.

Extra kwetsbaar
Dak- en thuisloze LHBTI-jongeren (lesbische, homoseksuele, biseksuele, transgender en intersekse jongeren) zijn een dubbel kwetsbare doelgroep. Ze hebben te maken met complexe, op elkaar in werkende problemen. Aan de basis daarvan ligt meestal een complexe gezinssituatie met verwaarlozing, geweld, psychische problemen en verslaving. In die zin lijkt de achtergrond van veel van deze jongeren op ‘de gemiddelde’ dak- of thuisloze jongere. Alleen komt daar nog eens bij dat hun LHBTI-zijn wordt afgekeurd. Dit speelt vooral bij religieuze ouders. Bij een ander deel ontstaat escalatie thuis door de LHBTI-identiteit, waardoor ze niet langer thuis kunnen wonen.

De jongeren raken dak- en thuisloos en komen terecht in tijdelijke residentiële woonvoorzieningen, overnachtingsadressen bij kennissen of familie, op straat, of een combinatie van deze drie. Dat is een onrustig en zwaar bestaan waarin problemen als verslaving, geweld, misbruik, depressie en schulden de kop op kunnen steken of verergeren. Gebrek aan (zelf)acceptatie en discriminatie vanwege de seksuele oriëntatie of genderidentiteit maken deze jongeren extra kwetsbaar.

Hulpverlening
De hulpverlening is nauwelijks afgestemd op LHBTI-jongeren. Hulpverleners ervaren handelingsverlegenheid en brengen de seksuele oriëntatie of genderidentiteit vaak niet ter sprake. Daardoor zijn zij vaak niet op de hoogte van het LHBTI-zijn van de jongeren en kunnen zij hun hulp hier niet op afstemmen. Er is ook weinig oog voor de samenhang van problemen zoals depressie of drugsgebruik met het LHBTI-zijn. Slechts enkele organisaties hebben LHBTI-specifieke hulpverlening en er wordt weinig doorverwezen naar dat aanbod. De meeste jongeren kennen het aanbod van LHBTI-belangenorganisaties zoals het COC niet. Deze jongeren ervaren daarnaast ook de ‘algemene’ problemen binnen de hulpverlening zoals wachtlijsten, bureaucratie en wisselende hulpverleners. Ook de overgang naar 18+ hulpverlening is een probleem dat algemeen voorkomt.

Aanbevelingen
Om deze dubbel kwetsbare groep te helpen bij hun complexe problematiek is beter afgestemde hulpverlening nodig. De onderzoekers doen daarom de volgende aanbevelingen:

  1. Vergroot kennis en vaardigheden bij hulpverleners over LHBTI-zijn.
  2. Organiseer voorlichting en interventies die de acceptatie onder jongeren en ouders stimuleren.
  3. Maak werk van LHBTI-specifieke en sensitieve hulpverlening.
  4. Zet LHBTI-aanbod meer op de kaart.
  5. Maak gebruik van bestaande interventies en kennis over wat werkt bij LHBTI-acceptatie en hulpverlening.
  6. Verbeter preventie en samenwerking die goed is afgestemd op de behoeften van jongeren.
  7. Onderzoek dak- en thuisloosheid bij LHBTI-jongeren.

Download het rapport op www.movisie.nl/oots.

PRCOC

Beheeraccount