Vraag 1 – Anand:
Stel je voor:
Je bent met wat mensen op een barbecue. Niet iedereen kent elkaar. Je hoort tijdens het kletsen dat één van de gasten steeds hij zegt als het over een kennis van je gaat. Die kennis zit ook aan tafel en je weet dat die persoon een non-binair* persoon is en liever heeft dat men de woorden die of hen gebruikt.
Hoe pak je dit op?
A. Je wilt niet voor je kennis praten en laat het aan die over om dit te bespreken.
B. Je onderbreekt het gesprek en zegt: “Die of hen, niet hij, maar ga verder”.
C. Je wacht tot je die persoon er 1-op-1 op aan kunt spreken en legt dan uit dat je kennis non-binair is en liever die/diens of hen/hun
* Non-binaire personen voelen zich niet specifiek man en ook niet specifiek vrouw, maar een beetje van beide, wisselend of juist geen van beide. De tweedeling óf man, óf vrouw past niet bij hen.